Summary


Dutch

Detailed Translations for transport from Dutch to Swedish

transport:

transport [het ~] noun

  1. het transport (wegtransport; vrachtvervoer; wegvervoer)
  2. het transport (vervoer; overbrenging; verplaatsing; afvoer; verscheping)
    transport

Translation Matrix for transport:

NounRelated TranslationsOther Translations
godstrafik transport; vrachtvervoer; wegtransport; wegvervoer
transport afvoer; overbrenging; transport; verplaatsing; verscheping; vervoer inladen; verlading
vägtransport transport; vrachtvervoer; wegtransport; wegvervoer wegvervoer

Related Words for "transport":

  • transporten

Synonyms for "transport":


Related Definitions for "transport":

  1. het wegbrengen1
    • het transport van levensmiddelen gebeurt met vrachtwagens1

Wiktionary Translations for transport:


Cross Translation:
FromToVia
transport befordran; frakt; förflyttning; transport transport — act of transporting
transport transportfartyg; transportflygplan; transportfordon transport — vehicle used to transport passengers, mail or freight