Dutch
Detailed Translations for treken from Dutch to Swedish
trek:
-
de trek (luchtzuiging; tocht)
-
de trek (hongergevoel; honger; hongerigheid)
-
de trek (eetlust; zin; lust)
-
de trek (ruk; haal)
-
de trek (zin om iets te eten; zin)
Translation Matrix for trek:
Noun | Related Translations | Other Translations |
aptit | eetlust; honger; hongergevoel; hongerigheid; lust; trek; zin | |
drag | haal; ruk; trek | aantrekken; gelaatstrek; haal; haaltje; schaakstukverplaatsing; straktrekken; teugen; tochtwinden; trekje; trekje aan een sigaret; zet |
ha lust att äta en bit | trek; zin; zin om iets te eten | |
hunger | eetlust; honger; hongergevoel; hongerigheid; lust; trek; zin | honger |
luftutsugning | luchtzuiging; tocht; trek | |
matlust | honger; hongergevoel; hongerigheid; trek | |
ryck | haal; ruk; trek | |
- | eetlust |
Related Words for "trek":
Synonyms for "trek":
Related Definitions for "trek":
External Machine Translations: