Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. uitvaren tegen:


Dutch

Detailed Translations for uitvaren tegen from Dutch to Swedish

uitvaren tegen:

uitvaren tegen verb (vaar uit tegen, vaart uit tegen, voer uit tegen, voeren uit tegen, uitgevaren tegen)

  1. uitvaren tegen
    låta någon ha det

Conjugations for uitvaren tegen:

o.t.t.
  1. vaar uit tegen
  2. vaart uit tegen
  3. vaart uit tegen
  4. varen uit tegen
  5. varen uit tegen
  6. varen uit tegen
o.v.t.
  1. voer uit tegen
  2. voer uit tegen
  3. voer uit tegen
  4. voeren uit tegen
  5. voeren uit tegen
  6. voeren uit tegen
v.t.t.
  1. ben uitgevaren tegen
  2. bent uitgevaren tegen
  3. is uitgevaren tegen
  4. zijn uitgevaren tegen
  5. zijn uitgevaren tegen
  6. zijn uitgevaren tegen
v.v.t.
  1. was uitgevaren tegen
  2. was uitgevaren tegen
  3. was uitgevaren tegen
  4. waren uitgevaren tegen
  5. waren uitgevaren tegen
  6. waren uitgevaren tegen
o.t.t.t.
  1. zal uitvaren tegen
  2. zult uitvaren tegen
  3. zal uitvaren tegen
  4. zullen uitvaren tegen
  5. zullen uitvaren tegen
  6. zullen uitvaren tegen
o.v.t.t.
  1. zou uitvaren tegen
  2. zou uitvaren tegen
  3. zou uitvaren tegen
  4. zouden uitvaren tegen
  5. zouden uitvaren tegen
  6. zouden uitvaren tegen
diversen
  1. vaar uit tegen!
  2. vaart uit tegen!
  3. uitgevaren tegen
  4. uitvarend tegen
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for uitvaren tegen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
låta någon ha det uitvaren tegen

Related Translations for uitvaren tegen