Summary
Dutch
Detailed Translations for vaartuig from Dutch to Swedish
vaartuig:
Translation Matrix for vaartuig:
Noun | Related Translations | Other Translations |
båt | boot; scheepje; schip; schuit; schuitje; stoomschip; vaartuig | |
farkost | boot; scheepje; schip; schuit; schuitje; stoomschip; vaartuig | vaatwerk |
fartyg | boot; scheepje; schip; schuit; schuitje; stoomschip; vaartuig | boot; bootjes; boten; scheepjes; schepen; schuiten; schuitjes; vaartuigen; vaatwerk |
skepp | boot; scheepje; schip; schuit; schuitje; stoomschip; vaartuig | bootjes; boten; scheepjes; schepen; schuiten; schuitjes; vaartuigen; vaatwerk |