Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. vervalen:
  2. verval:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vervalen from Dutch to Swedish

vervalen:

vervalen verb

  1. vervalen (vaal worden; vervagen; verschieten; verkleuren)
    blekna
    • blekna verb (bleknar, bleknade, bleknat)

Translation Matrix for vervalen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
blekna vaal worden; verkleuren; verschieten; vervagen; vervalen achteruitgaan; afnemen; bleek worden; declineren; minder worden; tanen; van kleur veranderen; verbleken; verflauwen; verkleuren; verslappen; vervagen; wit wegtrekken; wit worden

Related Words for "vervalen":


vervalen form of verval:

verval [het ~] noun

  1. het verval (achteruitgang)
    avtagande; minskning; dämpning
  2. het verval (verwording)
    förfall; nedgång

Translation Matrix for verval:

NounRelated TranslationsOther Translations
avtagande achteruitgang; verval afname; afzwakking; daling; korten; krimpen; minder worden; minderen; ontnemen; sluiereffect; terugloop; val; vermindering
dämpning achteruitgang; verval verzwakking
förfall verval; verwording afname; afrotten; daling; decadentie; minder worden; terugloop; val; verlies van normen en waarden; verloedering; verwording
minskning achteruitgang; verval afname; afname voorraad; daling; inkrimping; kleiner maken; reduceren; reductie; teruggang; terugloop; verkleining; vermindering
nedgång verval; verwording afname; afnames; afrotten; afzwakking; daling; decadentie; minder worden; terugloop; val; vermindering; vervallingen; verwording
ModifierRelated TranslationsOther Translations
avtagande achteruitgaand; afnemend; minderend; slinkend; tanend; verminderend; vervallend; zwemend

Related Words for "verval":


Wiktionary Translations for verval:


Cross Translation:
FromToVia
verval medlut; utförsbacke; nedförsbacke decline — sloping downward
verval förfall waste — decay
verval förödmjukelse abaissementaction d’abaisser, de s’abaisser, ou résultat de cette action.
verval katastrof désastreévénement funeste ; grand malheur ; les effets qui en résulter.