Dutch
Detailed Translations for verzadigd maken from Dutch to Swedish
verzadigd maken:
verzadigd maken verb (maak verzadigd, maakt verzadigd, maakte verzadigd, maakten verzadigd, verzadigd gemaakt)
-
verzadigd maken (verzadigen)
Conjugations for verzadigd maken:
o.t.t.
- maak verzadigd
- maakt verzadigd
- maakt verzadigd
- maken verzadigd
- maken verzadigd
- maken verzadigd
o.v.t.
- maakte verzadigd
- maakte verzadigd
- maakte verzadigd
- maakten verzadigd
- maakten verzadigd
- maakten verzadigd
v.t.t.
- heb verzadigd gemaakt
- hebt verzadigd gemaakt
- heeft verzadigd gemaakt
- hebben verzadigd gemaakt
- hebben verzadigd gemaakt
- hebben verzadigd gemaakt
v.v.t.
- had verzadigd gemaakt
- had verzadigd gemaakt
- had verzadigd gemaakt
- hadden verzadigd gemaakt
- hadden verzadigd gemaakt
- hadden verzadigd gemaakt
o.t.t.t.
- zal verzadigd maken
- zult verzadigd maken
- zal verzadigd maken
- zullen verzadigd maken
- zullen verzadigd maken
- zullen verzadigd maken
o.v.t.t.
- zou verzadigd maken
- zou verzadigd maken
- zou verzadigd maken
- zouden verzadigd maken
- zouden verzadigd maken
- zouden verzadigd maken
diversen
- maak verzadigd!
- maakt verzadigd!
- verzadigd gemaakt
- verzadigd makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verzadigd maken:
Verb | Related Translations | Other Translations |
mätta | verzadigd maken; verzadigen | dikker worden; geconcentreerder worden; honger stillen; stollen |