Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. verzieken:


Dutch

Detailed Translations for verzieken from Dutch to Swedish

verzieken:

verzieken verb

  1. verzieken (verpesten; bederven; verknoeien; )
    förstöra; röra till
    • förstöra verb (förstör, förstörde, förstört)
    • röra till verb (rör till, rörde till, rört till)
  2. verzieken (in de war sturen; ruïneren; bederven; nekken)
    trassla; ställa till; misslyckas
    • trassla verb (trasslar, trasslade, trasslat)
    • ställa till verb (ställer till, ställde till, ställt till)
    • misslyckas verb (misslyckar, misslyckade, misslyckat)

Translation Matrix for verzieken:

NounRelated TranslationsOther Translations
förstöra afbraak; sloop
VerbRelated TranslationsOther Translations
förstöra bederven; stukmaken; verbroddelen; verklungelen; verknallen; verknoeien; verpesten; verzieken 'n aframmeling geven; aantasten; aanvreten; afbreken; aframmelen; afrossen; bederven; beschadigen; breken; iets bederven; iets vergallen; in elkaar rammen; in elkaar timmeren; liquideren; neerhalen; omverhalen; ontkrachten; ontzenuwen; ruineren; slopen; te gronde richten; uit elkaar halen; uitroeien; verdelgen; vergallen; verkankeren; verknoeien; vernielen; vernietigen; verpesten; verwoesten; weerleggen
misslyckas bederven; in de war sturen; nekken; ruïneren; verzieken afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; klungelen; klunzen; knoeien; misgaan; mislopen; mislukken; prutsen; stranden; stuntelen; te kort schieten; tegenvallen; verkeerd lopen
röra till bederven; stukmaken; verbroddelen; verklungelen; verknallen; verknoeien; verpesten; verzieken droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen
ställa till bederven; in de war sturen; nekken; ruïneren; verzieken
trassla bederven; in de war sturen; nekken; ruïneren; verzieken
OtherRelated TranslationsOther Translations
förstöra laten exploderen; opblazen