Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. waarderen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for waardeer from Dutch to Swedish

waarderen:

waarderen verb (waardeer, waardeert, waardeerde, waardeerden, gewaardeerd)

  1. waarderen (op prijs stellen; appreciëren)
    uppskatta
    • uppskatta verb (uppskattar, uppskattade, uppskattat)

Conjugations for waarderen:

o.t.t.
  1. waardeer
  2. waardeert
  3. waardeert
  4. waarderen
  5. waarderen
  6. waarderen
o.v.t.
  1. waardeerde
  2. waardeerde
  3. waardeerde
  4. waardeerden
  5. waardeerden
  6. waardeerden
v.t.t.
  1. heb gewaardeerd
  2. hebt gewaardeerd
  3. heeft gewaardeerd
  4. hebben gewaardeerd
  5. hebben gewaardeerd
  6. hebben gewaardeerd
v.v.t.
  1. had gewaardeerd
  2. had gewaardeerd
  3. had gewaardeerd
  4. hadden gewaardeerd
  5. hadden gewaardeerd
  6. hadden gewaardeerd
o.t.t.t.
  1. zal waarderen
  2. zult waarderen
  3. zal waarderen
  4. zullen waarderen
  5. zullen waarderen
  6. zullen waarderen
o.v.t.t.
  1. zou waarderen
  2. zou waarderen
  3. zou waarderen
  4. zouden waarderen
  5. zouden waarderen
  6. zouden waarderen
diversen
  1. waardeer!
  2. waardeert!
  3. gewaardeerd
  4. waarderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

waarderen [znw.] noun

  1. waarderen

Translation Matrix for waarderen:

NounRelated TranslationsOther Translations
uppskattande waarderen dankbaarheid; danken; erkentelijkheid
VerbRelated TranslationsOther Translations
uppskatta appreciëren; op prijs stellen; waarderen afwegen; begroten; bepalen; beramen; berekenen; inschatten; ramen; schatten; taxeren
ModifierRelated TranslationsOther Translations
uppskattande waarderend

Wiktionary Translations for waarderen:


Cross Translation:
FromToVia
waarderen uppskatta; sätta värde på appreciate — to be grateful for something
waarderen vörda esteem — to regard with respect
waarderen tycka om; uppskatta; älska aimerressentir un fort sentiment d’attirance pour quelqu’un ou quelque chose.
waarderen tycka om; uppskatta; beräkna; taxera; värdera apprécier — Estimer, évaluer (quelque chose), en fixer la valeur, le prix. (Sens général).
waarderen beräkna; taxera; uppskatta; värdera taxer — (vieilli) régler, fixer le prix des denrées, des marchandises, de quelque autre chose que ce soit.
waarderen beräkna; taxera; uppskatta; värdera évaluerestimer une chose quant à son prix, à sa valeur, à sa quantité, à sa durée.

External Machine Translations: