Summary
Dutch to Swedish: more detail...
-
wazig:
- dimmigt; mulig; dimmig; suddigt; disigt; disig; vag; oklar; dunkel; oklart; dunkelt; konturlöst; uttrycklöst; uttrycklös
-
Wiktionary:
- wazig → suddig
Dutch
Detailed Translations for waziger from Dutch to Swedish
wazig:
-
wazig (onduidelijk; vaag; flauw; mistig; vagelijk; nevelachtig; onhelder)
-
wazig (mistig; onhelder; nevelig; nevelachtig)
-
wazig (troebel; beneveld)
-
wazig (vaag zichtbaar; vaag)
-
wazig (uitdrukkingsloos; leeg; nietszeggend; glazig; wezenloos)
Translation Matrix for wazig:
Related Words for "wazig":
External Machine Translations: