Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. zwendelaars:
  2. zwendelaar:


Dutch

Detailed Translations for zwendelaars from Dutch to Swedish

zwendelaars:

zwendelaars [de ~] noun, plural

  1. de zwendelaars (oplichters)
    svindlare

Translation Matrix for zwendelaars:

NounRelated TranslationsOther Translations
svindlare oplichters; zwendelaars bedrieger; bedriegers; draaier; flessentrekkers; fraudeur; misleider; misleiders; oplichter; sjoemelaars; veinzer; zwendelaar

Related Words for "zwendelaars":


zwendelaars form of zwendelaar:

zwendelaar [de ~ (m)] noun

  1. de zwendelaar (fraudeur)

Translation Matrix for zwendelaar:

NounRelated TranslationsOther Translations
bedrägare fraudeur; zwendelaar flessentrekker
svindlare fraudeur; zwendelaar bedrieger; bedriegers; draaier; flessentrekkers; misleider; misleiders; oplichter; oplichters; sjoemelaars; veinzer; zwendelaars

Related Words for "zwendelaar":