Summary
Swedish to Dutch:   more detail...
  1. zon:
  2. Wiktionary:
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. zon:
  2. zo'n:
  3. zonnen:
  4. zinnen:
  5. Wiktionary:


Swedish

Detailed Translations for zon from Swedish to Dutch

zon:

zon [-en] noun

  1. zon (distrikt; område; region; territorium)
    het district
  2. zon (område; region)
    de luchtstreek; de klimaatgordel
  3. zon (distrikt; område; grannskap; region; territorium)
    rayon van een bedrijf; de rayon
  4. zon (område; region; distrikt)
    het gebied; de zone; het terrein; de gordel; het territorium; de streek
  5. zon (provins; landskap; län; region; distrikt)
    de provincie; het rechtsgebied; de rayon; het ressort; rijksonderdeel; het gebied; het gewest
  6. zon
    de zone

Translation Matrix for zon:

NounRelated TranslationsOther Translations
district distrikt; område; region; territorium; zon
gebied distrikt; landskap; län; område; provins; region; zon landsdel; lott; navigeringsplats; obebygdd tomt; område; place; region; utrymme; yta
gewest distrikt; landskap; län; provins; region; zon landsdel; område; region
gordel distrikt; område; region; zon bålverk; fästningsvall; gördel; höfthållare; skärp
klimaatgordel område; region; zon klimatzon
luchtstreek område; region; zon
provincie distrikt; landskap; län; provins; region; zon område; provins; region
rayon distrikt; grannskap; landskap; län; område; provins; region; territorium; zon konstsiden; område; region; syntetiskt silke
rayon van een bedrijf distrikt; grannskap; område; region; territorium; zon
rechtsgebied distrikt; landskap; län; provins; region; zon domsrätt; jurisdiktion; territoriell domsrätt
ressort distrikt; landskap; län; provins; region; zon område; region
rijksonderdeel distrikt; landskap; län; provins; region; zon
streek distrikt; område; region; zon distrikt; landsdel; nejd; område; region; trakt; trick; upptåg
terrein distrikt; område; region; zon area; lott; obebygdd tomt; yta
territorium distrikt; område; region; zon area; hemvist; naturlig miljö; växtställe; yta
zone distrikt; område; region; zon
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
rayon område

Synonyms for "zon":


Wiktionary Translations for zon:


Cross Translation:
FromToVia
zon zone Zone — bestimmtes Gebiet, bestimmter Bereich (zum Beispiel für bestimmte Nutzungen oder für unterschiedliche Tarife im Post-, Telefon- oder Verkehrswesen)

Related Translations for zon



Dutch

Detailed Translations for zon from Dutch to Swedish

zon:

zon [de ~] noun

  1. de zon
    sol
    • sol [-en] noun

Translation Matrix for zon:

NounRelated TranslationsOther Translations
sol zon

Related Words for "zon":


Related Definitions for "zon":

  1. hemellichaam dat licht en warmte geeft1
    • de aarde draait om de zon1

Wiktionary Translations for zon:


Cross Translation:
FromToVia
zon sol SonneAstronomie: allgemeine Bezeichnung für irgendeinen Stern
zon solsken; sol Sonneunzählbar: Sonnenschein, Sonnenlicht
zon sol SonneAstronomie: der Erde nächster Stern, Zentrum unseres Sonnensystems (kein Plural)
zon sol soleil — astro|fr astre qui donne la lumière et la chaleur à la Terre et aux autres planètes du système solaire.

zo'n:


Translation Matrix for zo'n:

OtherRelated TranslationsOther Translations
såsom zulks
ModifierRelated TranslationsOther Translations
såsom dergelijk; dergelijke; dusdanig; zo een; zo'n; zodanig; zoiets; zulk; zulke naar; zoals

Wiktionary Translations for zo'n:


Cross Translation:
FromToVia
• zo'n sådan such — like this, that, these, those; used to make a comparison with something implied by context

zon form of zonnen:

zonnen verb (zon, zont, zonde, zonden, gezond)

  1. zonnen
    sola; sola sig
    • sola verb (solar, solade, solat)
    • sola sig verb (solar sig, solade sig, solat sig)

Conjugations for zonnen:

o.t.t.
  1. zon
  2. zont
  3. zont
  4. zonnen
  5. zonnen
  6. zonnen
o.v.t.
  1. zonde
  2. zonde
  3. zonde
  4. zonden
  5. zonden
  6. zonden
v.t.t.
  1. heb gezond
  2. hebt gezond
  3. heeft gezond
  4. hebben gezond
  5. hebben gezond
  6. hebben gezond
v.v.t.
  1. had gezond
  2. had gezond
  3. had gezond
  4. hadden gezond
  5. hadden gezond
  6. hadden gezond
o.t.t.t.
  1. zal zonnen
  2. zult zonnen
  3. zal zonnen
  4. zullen zonnen
  5. zullen zonnen
  6. zullen zonnen
o.v.t.t.
  1. zou zonnen
  2. zou zonnen
  3. zou zonnen
  4. zouden zonnen
  5. zouden zonnen
  6. zouden zonnen
diversen
  1. zon!
  2. zont!
  3. gezond
  4. zonnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for zonnen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
sola zonnen leerlooien; looien; tanen
sola sig zonnen

Related Words for "zonnen":


Wiktionary Translations for zonnen:


Cross Translation:
FromToVia
zonnen sola; solbada sunbathe — to expose one's body to the sun

zon form of zinnen:

zinnen [de ~] noun, plural

  1. de zinnen (volzinnen)
    satser

zinnen verb (zin, zint, zon, zonnen, gezonnen)

  1. zinnen (plan beramen; bedenken; verzinnen; beramen)
    plannera; göra planer
    • plannera verb (plannerar, plannerade, plannerat)
    • göra planer verb (gör planer, gjorde planer, gjort planer)

Conjugations for zinnen:

o.t.t.
  1. zin
  2. zint
  3. zint
  4. zinnen
  5. zinnen
  6. zinnen
o.v.t.
  1. zon
  2. zon
  3. zon
  4. zonnen
  5. zonnen
  6. zonnen
v.t.t.
  1. heb gezonnen
  2. hebt gezonnen
  3. heeft gezonnen
  4. hebben gezonnen
  5. hebben gezonnen
  6. hebben gezonnen
v.v.t.
  1. had gezonnen
  2. had gezonnen
  3. had gezonnen
  4. hadden gezonnen
  5. hadden gezonnen
  6. hadden gezonnen
o.t.t.t.
  1. zal zinnen
  2. zult zinnen
  3. zal zinnen
  4. zullen zinnen
  5. zullen zinnen
  6. zullen zinnen
o.v.t.t.
  1. zou zinnen
  2. zou zinnen
  3. zou zinnen
  4. zouden zinnen
  5. zouden zinnen
  6. zouden zinnen
diversen
  1. zin!
  2. zint!
  3. gezonnen
  4. zinnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for zinnen:

NounRelated TranslationsOther Translations
satser volzinnen; zinnen sets
VerbRelated TranslationsOther Translations
göra planer bedenken; beramen; plan beramen; verzinnen; zinnen
plannera bedenken; beramen; plan beramen; verzinnen; zinnen

Related Words for "zinnen":


Wiktionary Translations for zinnen:


Cross Translation:
FromToVia
zinnen behaga plaire — Agréer, être agréable (Sens général)
zinnen begrunda; besinna; betänka; övertänka réfléchir — À trier
zinnen drömma songer — (vieilli) voir en songe, rêver.

Related Translations for zon