Swedish
Detailed Translations for trasig from Swedish to Dutch
trasig:
-
trasig (i bitar; bruten; kaputt; sönder; degraderad)
-
trasig (trasigt; söndertrasad; söndertrasat; skadat)
-
trasig (trasigt)
-
trasig (bruten; trasigt; brutet)
-
trasig (i kras; sönderslaget; trasigt)
gebroken; geruineerd; kapot; naar de knoppen; stuk; aan stukken-
gebroken adj
-
geruineerd adj
-
kapot adj
-
naar de knoppen adj
-
stuk adj
-
aan stukken adj
-
Translation Matrix for trasig:
Synonyms for "trasig":
External Machine Translations: