Summary
Swedish
Detailed Translations for stat from Swedish to Dutch
stat:
Translation Matrix for stat:
Noun | Related Translations | Other Translations |
staat | stat | beskaffenhet; förteckning; kondition; land; lista; nation; position; protokoll; resumé; sammandrag; situation; skick; tillstånd; uppteckning; översikt |
Synonyms for "stat":
Wiktionary Translations for stat:
stat
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• stat | → staat | ↔ Staat — Gesamtheit der Einrichtungen, die dazu dienen, das Zusammenleben der auf einem abgegrenzten Territorium lebenden Menschen mithilfe von Gesetzgebung, Rechtsprechung und vollziehender Gewalt dauerhaft sicherzustellen |
• stat | → staat | ↔ state — any sovereign polity |
• stat | → staat | ↔ state — a political division of a federation retaining a degree of autonomy |
sötat:
Translation Matrix for sötat:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
gesuikerd | sötad; sötat | |
zoet | sötad; sötat | söt; sött; ärlig; ärligt |
ståt:
-
ståt (pompa; prakt)
-
ståt (glans; prakt; storslagenhet)
-
ståt (ostentation; skryt; prål; vräkighet)
Translation Matrix for ståt:
Noun | Related Translations | Other Translations |
gepraal | ostentation; prål; skryt; ståt; vräkighet | |
glans | pompa; prakt; ståt | glans; glitter; glöd; ljuskraft; polityr; sken; skimmer; stråle |
glorie | glans; prakt; storslagenhet; ståt | |
luister | pompa; prakt; ståt | glans; glitter |
praal | pompa; prakt; ståt | |
praalzucht | ostentation; prål; skryt; ståt; vräkighet | |
pracht | pompa; prakt; ståt | lyx; prakt; rikedom; skönhet; överdåd; överflöd |
pronk | pompa; prakt; ståt |
Synonyms for "ståt":
Related Translations for stat
Dutch
Detailed Translations for stat from Dutch to Swedish
stat form of staan:
-
staan
Conjugations for staan:
o.t.t.
- sta
- staat
- staat
- staan
- staan
- staan
o.v.t.
- stond
- stond
- stond
- stonden
- stonden
- stonden
v.t.t.
- heb gestaan
- hebt gestaan
- heeft gestaan
- hebben gestaan
- hebben gestaan
- hebben gestaan
v.v.t.
- had gestaan
- had gestaan
- had gestaan
- hadden gestaan
- hadden gestaan
- hadden gestaan
o.t.t.t.
- zal staan
- zult staan
- zal staan
- zullen staan
- zullen staan
- zullen staan
o.v.t.t.
- zou staan
- zou staan
- zou staan
- zouden staan
- zouden staan
- zouden staan
en verder
- ben gestaan
- bent gestaan
- is gestaan
- zijn gestaan
- zijn gestaan
- zijn gestaan
diversen
- sta!
- stat!
- gestaan
- staand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for staan:
Verb | Related Translations | Other Translations |
framhäva | staan | accentueren; afdwingen; beklemtonen; benadrukken; betonen; dwingen; forceren |
passa | staan | aangenaam aandoen; bevallen; bijpassen; conveniëren; deugen; gelegen komen; geschikt zijn; kloppen met; overeenkomen; overeenkomen met; overeenstemmen met; passen; passend zijn; plezieren; schikken; stroken; stroken met; uitkomen |
Antonyms for "staan":
Related Definitions for "staan":
Wiktionary Translations for staan:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• staan | → vara; finnas; sitta; stå; ligga | ↔ be — occupy a place |
• staan | → stå | ↔ say — to indicate in a written form |
• staan | → finnas | ↔ there be — to exist |
• staan | → kläda | ↔ habiller — Mettre des habits à quelqu’un… |
• staan | → tacka ja till | ↔ revêtir — pourvoir de vêtements quelqu’un qui en a besoin. |