Swedish
Detailed Translations for mattram from Swedish to Dutch
mattram: (*Using Word and Sentence Splitter)
- matt: zwak; slap; log; wee; lusteloos; ziekelijk; loom; futloos; energieloos; lamlendig; lijzig; pips; slapjes; landerig; bleekjes
- ram: frame; chassis; gestel; geraamte; karkas; constitutie; lijstwerk
- RAM: RAM; Random Access Memory
- mätt: afgemeten; opgemeten; vol; verzadigd; volgegeten
- mått: maat; mate; afmeting; grootte; omvang; formaat; dimensie; maatregel; voorziening; schikking; meting; opmeting; maateenheid
- måtta: richten; mikken; gematigdheid; matigheid; ingetogenheid; stemmigheid; in een bep. richting plaatsen
- mäta: meten; peilen; opmeten; diepte bepalen
Wiktionary Translations for mattram:
Dutch
Detailed Translations for mattram from Dutch to Swedish
mattram: (*Using Word and Sentence Splitter)
- mat: trött; kraftlöst; missmodig; missmodigt; mattade; mattat; blekt; färglös; färglöst; matta; gräs; gräsbevuxen yta; ängsmarker; gräsmarker; mulet; grått; mulen; glanslös; glanslöst; yrvaken; yrvaket; avmattad; avmattat; lustlöst; dåsigt; dörrmatta
- tram: spårvagn
- meten: mäta; mäta ut
- matten: kämpa; strida; slåss; gräla; gruffas