Summary
Swedish to Dutch: more detail...
-
förgöra:
-
Wiktionary:
förgöra → vernietigen -
Synonyms for "förgöra":
demolera; förstöra; göra slut på; tillintetgöra; sönderslå; krossa; söndersmula; ta kål på; utplåna
-
Wiktionary:
Swedish
Detailed Translations for förgöra from Swedish to Dutch
förgöra: (*Using Word and Sentence Splitter)
- får: schapen; lammeren
- göra: uitvoeren; doen; handelen; verrichten; uitrichten; maken; produceren; vervaardigen; voortbrengen; fabriceren; toedoen
- färg: verf; kleur; toon; tint; kleurtje; kleuring; kleurstof; pigment; tinctuur
- rå: rauw; ongekookt; wreed; meedogenloos; bruut; ruige; wreedaard
- ära: prijs; eerbewijs; trots; eer; eergevoel; ere; eer bewijzen; eren; roem; huldigen; in ere houden; eer aandoen; hulde bewijzen; eerbetoon; buiging
- öra: oor; oor van een kopje; gehoororgaan
- åra: riem; spaan; roeispaan; roeiriem
- för: want; pro; voor; namelijk; boeg; steven; voorsteven
- frö: korrel; zaaigoed; korreltje; grein
- förgå: afnemen; achteruitgaan; minder worden; declineren; verlopen; vervallen; aflopen; voorbijgaan; vergaan; verstrijken
Spelling Suggestions for: förgöra
förgöra:
Synonyms for "förgöra":
Wiktionary Translations for förgöra:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• förgöra | → vernietigen | ↔ vernichten — zerstören, (bewusst und unmittelbar gewaltsam) nichtigmachen |
External Machine Translations:
Dutch