Home ->Dictionaries ->Swedish/Dutch ->Search: begagna

Swedish and Dutch Translation Search Results for begagna

Summary

Swedish to Dutch: more detail...

begagna:
- Wiktionary:
  begagna → gebruiken
  begagna → aanwenden, benutten, gebruiken, aandoen, aantrekken, opleggen, opbrengen, aanbrengen, leggen, steken, plaatsen, stellen, stoppen, zetten, doen, doorvoeren, in toepassing brengen, toepassen, aanzetten, voordoen
- Synonyms for "begagna":
  utnyttja; använda

Swedish

Detailed Translations for begagna from Swedish to Dutch

begagna: ^{(*Using Word and Sentence Splitter)}

begå: plegen; begaan; per ongeluk doen
agna: aanzetten; aanwakkeren; opstoken; opfokken; opjutten; ophitsen; opruien; poken; aanstoken

Spelling Suggestions for: begagna

begynna; bemanna; begåva; besanna; begära; belöna; besinna; begripa; begrava; begrunda

begagna:

Synonyms for "begagna":

utnyttja; använda

Wiktionary Translations for begagna:

begagna

verb

zich bedienen van, toepassen
- gebruiken → använda; begagna; bruka

Cross Translation:

From	To	Via
• begagna	→ aanwenden; benutten; gebruiken; aandoen; aantrekken; opleggen; opbrengen; aanbrengen; leggen; steken; plaatsen; stellen; stoppen; zetten; doen; doorvoeren; in toepassing brengen; toepassen; aanzetten; voordoen	↔ appliquer — mettre une chose sur une autre, soit pour qu’elle y demeure adhérente, être pour qu’elle y laisser une empreinte, soit simplement pour qu’elle y toucher.
• begagna	→ aanwenden; benutten; gebruiken	↔ employer — Utiliser

External Machine Translations:

Dutch

Suggestions for begagna in Dutch

Spelling Suggestions for: begagna

begaf; begaan; begaven; bega; begaande; begaat; begaafd; begaafde; betaal na; bezorg na

External Machine Translations: