Home ->Dictionaries ->Swedish/Dutch ->Search: brom

Swedish and Dutch Translation Search Results for brom

Summary

Swedish to Dutch: more detail...

brom:
- broom
Wiktionary:
- brom → broom

Dutch to Swedish: more detail...

brommen:
- gnälla; knorra; kvirra; surra; mummla; sorla
Wiktionary:
- brommen → surra, muttra, spinna

Swedish

Detailed Translations for brom from Swedish to Dutch

brom:

brom [-ett] noun

brom
het broom
- broom [het ~] noun

Translation Matrix for brom:

Noun	Related Translations	Other Translations
broom	brom

Wiktionary Translations for brom:

Cross Translation:

From	To	Via
• brom	→ broom	↔ bromine — nonmetallic chemical element
• brom	→ broom	↔ Brom — chemisches Element mit der Ordnungszahl 35, das zur Gruppe der Halogene gehört
• brom	→ broom	↔ brome — chimie\|fr élément chimique de numéro atomique 35 et de symbole Br qui fait partie des halogènes.

Dutch

Detailed Translations for brom from Dutch to Swedish

brommen:

brommen verb (brom, bromt, bromde, bromden, gebromd)

brommen (over iets mopperen; kankeren; klagen; mopperen; pruttelen; morren)
gnälla; knorra; kvirra
- gnälla verb (gnäller, gnällde, gnällt)
- knorra verb (knorrar, knorrade, knorrat)
- kvirra verb (kvirr, kvirrde, kvirrt)
brommen (zoemen)
surra; mummla; sorla
- surra verb (surrar, surrade, surrat)
- mummla verb (mummlar, mummlade, mummlat)
- sorla verb (sorlar, sorlade, sorlat)

Conjugations for brommen:

o.t.t.

brom
bromt
bromt
brommen
brommen
brommen

o.v.t.

bromde
bromde
bromde
bromden
bromden
bromden

v.t.t.

heb gebromd
hebt gebromd
heeft gebromd
hebben gebromd
hebben gebromd
hebben gebromd

v.v.t.

had gebromd
had gebromd
had gebromd
hadden gebromd
hadden gebromd
hadden gebromd

o.t.t.t.

zal brommen
zult brommen
zal brommen
zullen brommen
zullen brommen
zullen brommen

o.v.t.t.

zou brommen
zou brommen
zou brommen
zouden brommen
zouden brommen
zouden brommen

diversen

brom!
bromt!
gebromd
brommend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for brommen:

Noun	Related Translations	Other Translations
knorra		geknor
surra		gehum; geneurie
Verb	Related Translations	Other Translations
gnälla	brommen; kankeren; klagen; mopperen; morren; over iets mopperen; pruttelen	brullen; emmeren; gillen; janken; kermen; temen; zemelen; zich beklagen
knorra	brommen; kankeren; klagen; mopperen; morren; over iets mopperen; pruttelen	foeteren; knorren; knorrend geluid maken; sakkeren
kvirra	brommen; kankeren; klagen; mopperen; morren; over iets mopperen; pruttelen
mummla	brommen; zoemen
sorla	brommen; zoemen	ruisen
surra	brommen; zoemen	dreinen; drenzen; dwingend huilen; gonzen; jengelen; roezemoezen; vastbinden; vastsjorren; zoemen; zoeven

Wiktionary Translations for brommen:

Cross Translation:

From	To	Via
• brommen	→ surra	↔ bourdonner — À trier
• brommen	→ muttra	↔ marmonner — murmurer sourdement et souvent de façon hostile.
• brommen	→ spinna	↔ ronronner — faire entendre les ronrons, émettre un ronflement sourd et continu, en parlant d'un chat ou d'un félin, qui exprime en général son contentement.