Swedish
Detailed Translations for förskriva from Swedish to Dutch
förskriva: (*Using Word and Sentence Splitter)
- för: want; pro; voor; namelijk; boeg; steven; voorsteven
- skriva: schrijven; corresponderen; een briefwisseling hebben; pennen; kalken; op papier zetten; typen
- frö: korrel; zaaigoed; korreltje; grein
- får: schapen; lammeren
- försök: proberen; trachten; poging; inspanning; probeersel; krachtsinspanningen
- riva: krassen; aanharken; zich krabben; scheur; schuren; raspen; schaven; torn; ergens uitscheuren; scheuren; knarsen; inscheuren; bekrassen