Summary
Swedish to Dutch: more detail...
-
trohet:
-
Wiktionary:
trohet → trouw, oprechtheid, eerlijkheid -
Synonyms for "trohet":
lojalitet; lojal
-
Wiktionary:
Swedish
Detailed Translations for trohet from Swedish to Dutch
trohet: (*Using Word and Sentence Splitter)
- tro: aannemen; geloven; geloofsovertuiging; gezindheid; gezindte; confessie; geloof; fiducie; confidentie; vertrouwen; overtuiging; credo; overtuigdheid
- het: vurig; gepassioneerd; hartstochtelijk; stormachtig; temperamentvol; warmbloedig; heetbloedig; levendig; fervent; verhit; geagiteerd; hot
- Het: Hot
trohet:
Synonyms for "trohet":
Wiktionary Translations for trohet:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• trohet | → trouw | ↔ faithfulness — the state of being faithful |
• trohet | → oprechtheid; eerlijkheid | ↔ truth — state or quality of being true to someone or something |