Summary
Swedish to Dutch: more detail...
- kraftlöshet:
-
Wiktionary:
- kraftlöshet → loomheid, slapheid, traagheid, vadsigheid, slapte, stilstand, droefgeestigheid, melancholie, zwaarmoedigheid, weemoed, bedroefdheid, mistroostigheid, somberheid, afmatting, matheid, moeheid, vermoeidheid, vermoeienis, consternatie, ontsteltenis, verbijstering, verslagenheid, aftrek, apathie, dofheid, lusteloosheid, wezenloosheid, moedeloosheid
Swedish
Detailed Translations for kraftlöshet from Swedish to Dutch
kraftlöshet:
-
kraftlöshet (maktlöshet; vanmäktighet)
-
kraftlöshet
Translation Matrix for kraftlöshet:
Noun | Related Translations | Other Translations |
geen kracht hebben | kraftlöshet; maktlöshet; vanmäktighet | |
impotentie | kraftlöshet | |
krachteloosheid | kraftlöshet | fragilitet; svaghet |
onmacht | kraftlöshet; maktlöshet; vanmäktighet |
Synonyms for "kraftlöshet":
Wiktionary Translations for kraftlöshet:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kraftlöshet | → loomheid; slapheid; traagheid; vadsigheid; slapte; stilstand; droefgeestigheid; melancholie; zwaarmoedigheid; weemoed; bedroefdheid; mistroostigheid; somberheid; afmatting; matheid; moeheid; vermoeidheid; vermoeienis; consternatie; ontsteltenis; verbijstering; verslagenheid; aftrek; apathie; dofheid; lusteloosheid; wezenloosheid; moedeloosheid | ↔ abattement — diminution rapide, d’une durée plus ou moins longue, des forces physiques et des fonctions psychiques. |