Summary
Swedish to Dutch: more detail...
- stor:
-
Wiktionary:
- stor → groot
- stor → groot, volwassene, aanmerkelijk, aanzienlijk, geruim, belangrijk, erg, ernstig, voornaam, zwaar, zwaarwichtig, grote
Swedish
Detailed Translations for stor from Swedish to Dutch
stor:
-
stor (storslagen; storslaget; storartat; stort; väldigt)
uitstekend; groots; geweldig; fantastisch; schitterend; voortreffelijk; magnifiek; grandioos; uitnemend-
uitstekend adj
-
groots adj
-
geweldig adj
-
fantastisch adj
-
schitterend adj
-
voortreffelijk adj
-
magnifiek adj
-
grandioos adj
-
uitnemend adj
-
-
stor (stort)
-
stor (voluminös; extensivt; stort; kraftigt; rymlig; rymligt; voluminöst)
-
stor (stort; viktigt; mäktig; mäktigt)
-
stor (enormt; stort)
Translation Matrix for stor:
Synonyms for "stor":
Wiktionary Translations for stor:
stor
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• stor | → groot | ↔ groß — von beträchtlichem Ausmaß |
• stor | → volwassene | ↔ groß — erwachsen |
• stor | → aanmerkelijk; aanzienlijk; geruim; belangrijk; erg; ernstig; voornaam; zwaar; zwaarwichtig | ↔ considérable — Qui attirer la considération par l’autorité, l’influence morale ou sociale. |
• stor | → groot; grote | ↔ grand — De hauteur importante. |